Als het verhaal begint draaien de zaken goed. Helaas is moeder overste vergeten de belasting te betalen. Een zware blauwe enveloppe maakt dat Klooster Parc direct in een zware financiële crisis zit. Er komt ook post van Disney World Parijs; zij willen het klooster als ‘katholiek pretpark’ kopen. Dus dat komt goed uit, maar helaas zal het klooster zelf dan moeten sluiten en worden de zusters verbannen worden naar een vinexwijk. Al met al zorgt dit ervoor dat moeder overste slecht slaapt. Ook zuster Francisca slaapt slecht; ze zit in de overgang en de hormonen gieren door haar lijf. Ze laat haar oog en hart vallen op pastoor Breukelmans (dè autorieit op het gebied van miswijn en de biechtvader van de zuster). Zuster Rebecca is op de hoogte van de financiële zorgen en probeert te helpen door – tegen betaling – de journalist Boeyens wat ‘akkefietjes’ uit het kloosterleven te verklappen. Het is niet helemaal duidelijk wat Boeyens met deze ‘akkefietjes’ wil. Zuster Clara voelt zich niet geheel serieus genomen in haar rol als bedrijfshulpverlener en stort zich op de moestuin. Zuster Agaath is voornamelijk in de war en bezorgd om Sint Juttemis. Ze is er van overtuigd dat Sint Juttemis bestaat en dat de ‘hospitante’ Kunegunda (een zuster uit Polen die een blauwe habijt draagt) het op deze Sint Juttemis heeft voorzien.

Er vallen klappen, er worden foto’s gemaakt, zuster Kunegunda is geen zuster en de relatie tussen zuster Francisca en pastoor Breukelmans krijgt bizarre proporties. Boeyens blijkt geen journalist maar hulpbisschop, Disney World stuurt alvast vrijkaartjes en Sint Juttemis blijkt te bestaan en de sleutel te vormen voor het oplossen van de financiële problemen van Klooster Parc. Op het eind is slechts de hulpbisschop nog een probleem. Gelukkig heeft zuster Agaath een idee en moet de pastoor nog even uit de kast komen om een dansje te doen en de zaken helemaal af te ronden…